Pensioenfondsen op zoek naar schaalvergroting: van opf naar apf of ofp
Al jaren is een consolidatietrend zichtbaar onder pensioenfondsen. In dit artikel wordt ingegaan op twee alternatieven voor het ondernemingspensioenfonds (“opf”) dat op zoek is naar schaalvergroting. Als eerste bespreken wij het algemeen pensioenfonds (“apf”), dat per 1 januari 2016 door de wetgever als nieuw type pensioenuitvoerder is geïntroduceerd. Het apf onderscheidt zich van andere pensioenfondsen doordat het afgescheiden vermogens kan vormen in zogenoemde collectiviteitkringen voor de verschillende pensioenregelingen die het uitvoert. De eisen met betrekking tot de inrichting van het apf en de overgang van opf naar apf zijn nog niet geheel uitgekristalliseerd. Wij gaan in op enkele onderwerpen die weerbarstig zijn gebleken sinds de recente introductie van het apf: de governance van het apf, de wijze van overgang en het door het apf aan te houden weerstandsvermogen. Als tweede behandelen wij de overgang naar een Organisme voor de Financiering van Pensioenen (“ofp”). Een ofp is een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening in de zin van de IORP I-Richtlijn. Het ofp mag grensoverschrijdend werkzaam zijn. Vooral voor kapitaalkrachtige multinationals en daaraan gelieerde ondernemingspensioenfondsen kan het ofp een geschikt alternatief zijn. De overgang naar een ofp is geen sinecure. Onderwerpen van aandacht zijn governance, ringfencing, medezeggenschap en het toepasselijke solvabiliteitskader. Tot slot gaan wij in op de nieuwe IORP II-Richtlijn die in december 2016 door het Europees Parlement is aangenomen. Deze richtlijn moet uiterlijk op 13 januari 2019 in nationale wetgeving zijn geïmplementeerd. De gevolgen van IORPII-Richtlijn voor ondernemingen en pensioenfondsen die willen overstappen naar een ofp, laten zich nog niet goed voorspellen. Die onzekerheid brengt mee dat ondernemingen en pensioenfondsen die reeds op weg zijn naar de België-route, er verstandig aan doen dit traject af te ronden voordat de implementatie een feit is.