Pensioenrechten en eigendom: een juridische analyse in een economische context
Dit onderzoek richt zich op de vraag: “Wie is de eigenaar van het aanvullend pensioen?”
Verschillende beleidsdocumenten wijzen erop dat de eigendomsrechten bij pensionering onduidelijk zijn (Sociaal Economisch Comité 2015-1, Nationale Pensioendialoog 2015). De Nederlandsche Bank heeft aangegeven dat een duidelijke definitie van eigendomsrechten onderdeel moet zijn van een duurzaam pensioenstelsel (position paper van DNB uit 2015). Het blijkt dan ook dat er een wijdverbreide behoefte bestaat aan een adequate juridische definitie van pensioenrechten. Tegelijkertijd rijst de vraag of het mogelijk en wenselijk is om pensioenrechten de “vastheid” en bescherming te geven die specifiek is voor het eigendomsrecht in het Burgerlijk Wetboek. Na dit onderzoek zou kunnen blijken dat een zuiver contractuele vordering (een “economisch eigendomsrecht”) het maximale is dat kan worden bereikt.
In dit project:
- bekijken we de relatie tussen pensioenen en de huidige juridische en economische eigendomsrechten;
- doen we aanbevelingen voor het verduidelijken van de wettelijke eigendomsrechten bij pensionering, waarbij we differentiëren naar type pensioencontract en pensioenaanbieder;
- onderzoeken we of we met behulp van het Anglo-Amerikaanse trustrecht (fiduciaire verplichtingen) eventuele leemten in het onvolledige pensioencontract kunnen opvullen; en
- presenteren we een passend wettelijk kader voor pensioenen en eigendomsrechten. Met dit kader zou het makkelijker moeten zijn om pensioenveranderingen en -innovaties door te voeren.
De resultaten van dit onderzoek zullen bijdragen aan de duurzaamheid van het Nederlandse pensioenstelsel en stellen de wetgever, de sociale partners en de pensioenaanbieders in staat om innovaties in het pensioenstelsel en/of pensioenregelingen bij te stellen of in te voeren.
Bekijk hier de publicaties die uit dit project zijn voortgekomen