Werkgroep Solvabiliteit en termijnstructuurmodellen
Op 21 april zal er een werkgroepbijeenkomst worden georganiseerd bij de Universiteit van Amsterdam over bovenstaand onderwerp. Tijdens deze bijeenkomst zullen twee papers in wording worden gepresenteerd. Zie hieronder meer informatie over deze papers. Er zal voldoende ruimte zijn voor discussie per paper.
Wanneer Draghi en Knot het niet eens zijn over de termijnstructuur: Termijnstructuurmodellen met en zonder negatieve rente
Samuel Sender (TiU)
Pensioenfondsen gebruiken meestal door DNB gesanctioneerde Gaussische rentemodellen waarin de kans op negatieve rente nu groot is. Volgens de ECB (Draghi), kan de korte rente niet lager zijn dan nu (i.e., -0.20%), dus de modellen van de pensioenfondsen zijn in principe verkeerd. De geschatte gemiddelde (toekomstige) rente inclusief de onmogelijke negatieve rente, wordt hierdoor te laag, en de prijs volgens het liability model, te hoog. Hierdoor investeren pensioenfondsen teveel voor het afdekken van het renterisico. Het gebruik van deze modellen, als de rente laag is, kan ertoe leiden dat meer dan 100% in obligaties wordt geïnvesteerd. Als obligatieprijzen dalen zal het pensioenfonds verliezen zowel op de assets als op funding ratio. Het pensioenfonds investeert niet genoeg in equity, dit vanwege de hoge kosten voor het afdekken van het renterisico. Dit is niet efficiënt: de meerwaarde van investeren in equity wordt te weinig gebruikt.
Expected shortfall voor toezicht op verzekeraars: Is het relevant?
Tim Boonen (UVA)
In dit paper bespreken de auteurs de gevolgen van de Solvency II regelgeving, welke in werking treedt per 2016 voor verzekeraars. We zetten de grote verschillen uiteen tussen deze regelgeving met het nieuwe FTK (nFTK) en Basel regulatie voor respectievelijk pensioenfondsen en banken. Bovendien onderzoeken ze fundamentele verschillen in de te bepalen buffers en kapitaal eisen. In Basel III zal hiervoor de risicomaat Expected Shortfall gebruikt worden, terwijl Solvency II een Value-at-Risk gebruikt. Ze laten zien dat de verschillen voor een representatief fonds niet substantieel zijn als de risicomaat zou worden aangepast en focussen zich hierbij op aandelenrisico, renterisico, en langlevenrisico.
Voor meer informatie over deze en andere Netspar bijeenkomsten kunt u terecht bij onze evenementencoördinator Sylvia van Drogenbroek .