De levensverwachting van de bevolking van de meeste westerse landen stijgt. In Nederland is de levensverwachting bij geboorte voor mannen gestegen van 70,4 jaar in 1950 tot 79,9 jaar in 2014 en voor vrouwen van 72,7 naar 83,3 jaar.1 Deze stijging is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan een toename van de levensverwachting op 65-jarige leeftijd. In 2014 was de levensverwachting op 65-jarige leeftijd 18,9 jaar voor mannen en 21,6 jaar voor vrouwen. Daling van de sterfte aan hart- en vaatziekten is een belangrijke oorzaak van de gestegen levensverwachting. We leven dus langer met z’n allen, maar wat voor jaren zijn dat eigenlijk?