Polderen over het pensioenstelsel: Het debat tussen de sociale partners en de overheid over de oudedagvoorzieningen in Nederland, 1945-2000
Volgens internationaal onderzoek heeft Nederland, samen met Denemarken, het beste pensioenstelsel van de wereld. Dat komt mede door zijn kenmerkende structuur met drie zogeheten pijlers. De eerste pijler omvat een wettelijke basisvoorziening (AOW). De tweede wordt gevormd door de collectieve aanvullende pensioenen, waaraan nu zo’n 90 procent van de werknemers deelneemt. De derde pijler is beperkter in omvang en omvat individuele pensioenregelingen die door particulieren via de markt zijn getroffen. Hoe goed het stelsel ook is, nog steeds worden aanpassingen nodig geacht, vooral vanwege veranderende behoeften in de samenleving. Omdat grote belangen in het spel zijn, gaan de wijzigingen gepaard met langdurig overleg en debat. In het verleden ging dat niet anders. Zo was de hervorming van ons pensioenstelsel een van de eerste zaken op sociaal gebied die op de politieke agenda stonden in het in 1945 bevrijde Nederland. Maar ook vóór de Tweede Wereldoorlog waren de pensioenvoorzieningen regelmatig onderwerp van discussie. Al met al wordt in Nederland over het pensioenstelsel al ruim een eeuw nagedacht en overleg gepleegd.