Pensioenwensen voor en na de crisis
Dit onderzoek vergelijkt pensioenambities voor de crisis (januari 2008) met pensioenambities in december 2014. Hiervoor gebruiken we een vragenlijst die is uitgezet in januari 2008 en december 2014, gekoppeld aan administratieve gegevens over (pensioen)vermogens. De resultaten laten zien dat het doorsnee pensioeninkomen met zo’n 17% is gedaald tussen 2008 en 2014. De doorsnee minimale pensioenambitie is in deze periode ook gedaald, van 1.565 naar 1.371 euro per maand. Dankzij de bijgestelde ambities neemt het aandeel van mensen met een pensioeninkomen (pensioen en vrije besparingen) onder de pensioenambitie ‘slechts’ toe van 22% naar 26%. Als mensen hun ambities niet bijgesteld hadden, was dit aandeel opgelopen tot 41%. Waar huiseigenaren en zelfstandigen in 2008 relatief hoge bestedingsbehoeften rapporteerden, is dit in 2014 niet langer het geval. Ook het verschil tussen de pensioenambities van mensen met een hoog en laag inkomen is kleiner geworden. Uit de resultaten blijkt dat er veel heterogeniteit is in individuele behoeften en bezittingen ten aanzien van pensioen. Behoeften hangen af van vele factoren gedurende de levensloop en zijn flexibeler dan de 70%-maatstaf doet vermoeden. Om hier rekening mee te houden, zouden pensioendoelstellingen gedifferentieerd kunnen worden. Daarnaast benadrukken de onderzoekers het belang van laagdrempelige pensioencommunicatie om het pensioenbewustzijn te vergroten.