Gevoeligheid transitie voor veronderstellingen en omstandigheden
Bij overstap naar het nieuwe pensioencontract is de vormgeving van de transitie van invloed op de pensioenuitkomsten. Fondsen zullen hiervoor concrete berekeningen moeten uitvoeren en daarvoor gebruik maken van (parameter)veronderstellingen. Tevens zal de stand van de economie (bijvoorbeeld rente, UFR) van invloed zijn op de uitkomsten bij de daadwerkelijk overgang.
In dit onderzoek gaan we in op de vraag in hoeverre de relevant geachte transitiegrootheden (onmiddellijke aanpassing pensioen, indexatiepotentieel, inschattingen verwacht pensioen actieven, netto profijt transitie en compensatie, kans op hogere pensioenen dan onder oude contract, …) gevoelig zijn voor deze veronderstellingen en omstandigheden. Denk daarbij aan de gevoeligheid voor:
- Risicopremie aandelen
- Lange termijn rente- en inflatieontwikkeling
- Andere eigenschappen scenarioset
- Modellering oude contract (bijvoorbeeld genoeg-is-genoeg)
- Premiehoogte en -variabiliteit
- Deelnemersverloop
- Pensioenleeftijd
- Langlevenontwikkelingen
- …
Indien mogelijk geven we ook oplossingen aan in geval bepaalde veronderstelling of omstandigheden op robuuste wijze meegenomen kunnen worden. Daarmee wordt ook gedacht aan de mogelijkheid sommige veronderstellingen of omstandigheden vast te prikken gedurende de transitie.
Lees het paper hier.