Met de toegenomen levensverwachting en groeiende welvaart wordt de pensioenfase steeds vaker gezien als een periode vol nieuwe mogelijkheden. Vooral sinds de jaren tachtig kiezen steeds meer oudere volwassenen ervoor om na hun werkzame leven naar het buitenland te verhuizen — vaak naar landen als Frankrijk, Spanje of Portugal — op zoek naar een beter leven. De vermeende voordelen van internationale pensioenmigratie zijn voor velen duidelijk: het achterlaten van een hectische omgeving ten gunste van betere leefomstandigheden en een gunstiger klimaat.

Toch brengt migreren op latere leeftijd ook risico’s met zich mee, zoals ouder worden in een vreemd land zonder de lokale taal goed te beheersen, en leven op afstand van het eigen sociale netwerk.

Dit proefschrift onderzoekt de drijfveren achter internationale pensioenmigratie, de relaties die gepensioneerden onderhouden met hun kinderen in het land van herkomst, en de vraag of zij blijvend in het buitenland wonen of uiteindelijk terugkeren naar hun thuisland. Aan de hand van unieke grootschalige enquêtegegevens van een representatieve steekproef van meer dan 6.000 Nederlandse pensioenmigranten in veertig bestemmingen wereldwijd, wordt de diversiteit binnen deze groep belicht en wordt bijgedragen aan het begrip van hoe ouderen hun latere leven vormgeven door middel van migratie.