Online After Lunch Werkgroepbijeenkomst: Effect van pensioenhervormingen op huishoudensinkomen vóór-en-ná het pensioen van mensen die uitstromen vanwege arbeidsongeschiktheid
Netspar organiseert deze online After Lunch Werkgroepbijeenkomst voor (medewerkers van) partners. Hierin presenteren onderzoekers nieuw pensioenonderzoek, ontvangen zij feedback en worden vragen beantwoord. Zo brengen we wetenschap en praktijk dichter bij elkaar.
In deze online After Lunch Werkgroepbijeenkomst door Raun van Ooijen (Universitair Medisch Centrum Groningen) hoort u meer over het effect van pensioenhervormingen op huishoudensinkomen vóór-en-ná het pensioen van mensen die uitstromen vanwege arbeidsongeschiktheid. Vragen en input op dit lopende onderzoek zijn van harte welkom.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd samen met Sandra Brouwer (Rijksuniversiteit Groningen).
De afgelopen jaren heeft het kabinet langer doorwerken gestimuleerd, maar mogelijk zijn niet alle oudere werknemers daartoe in staat. Hebben de afschaffing van het vroegpensioen en het verhogen van de AOW-leeftijd de kans op arbeidsongeschiktheid doen toenemen? En wat betekent dit voor het inkomen voor-en-na het pensioen van verschillende groepen werknemers (sector, inkomen en gezondheidsaandoeningen)?
Recent onderzoek onder Nederlandse huishoudens laat zien dat de fluctuatie in gezondheid en arbeidsinkomen een belangrijke bron van onzekerheid is gedurende het werkzame leven. En daarmee een belangrijke factor voor hun risicodraagvlak. Daarnaast heeft een steeds groter aandeel van de mensen te maken met arbeidsmarktonzekerheid door afschaffing vroegpensioen en stijging van de AOW-leeftijd.
In het onderzoek worden de volgende vragen beantwoord:
1) Wat is de invloed van gezondheid en vroegtijdige uitval vanwege arbeidsongeschiktheid op het risicodraagvlak van verschillende groepen werknemers?
2) Wat is het belang van investeringen in duurzame inzetbaarheid om vroegtijdige uitval door verslechterde gezondheid te voorkomen — en daarmee de kans te verlagen om geen adequate pensioenopbouw te hebben?
3) Hoe dient de sociale zekerheid als vangnet ingericht te worden voor een adequaat pensioen indien werken niet langer mogelijk is?