Intergenerationele risicodeling in collectieve en individuele pensioencontracten
Collectieve pensioenregelingen onderscheiden zich vooral van individuele regelingen op het punt van intergenerationele risicodeling. De betekenis van deze risicodeling voor de welvaart van deelnemers is volgens de literatuur aanzienlijk: gemiddeld gaat het om zo’n 5 procent extra consumptie, met een maximum van zo’n 20 procent. In dit design paper stellen Jan Bonenkamp, Peter Broer en Ed Westerhout zich de vraag of dit beeld juist is. Zij nemen min of meer realistische (collectieve en individuele) pensioencontracten als uitgangspunt en betrekken alle huidige en toekomstige generaties bij de analyse.